Een structuur met ruimte voor onzekerheid?

Wellicht is een van de belangrijkste vraagstukken in organisatieland deze dagen wel hoe tot een open werkcultuur te komen, waarbij het systeem juist niet meer het belangrijkste referentiepunt is. Kijk, nieuwe teams en structuren zijn makkelijk te realiseren of weer af te schaffen. De ene organisatie creëert nieuwe kleine teams, de andere ‘verandert’ managers in coaches of ‘snijdt’ heel stoer hele managementlagen eruit, en een volgende introduceert juist weer teamleiders.

Maar wat ga je vervolgens als manager of coach doen en hoe?! Waar was de organisatie ook al weer voor bedoeld? Hoe verhouden we ons tot een veranderende opdracht, een omgeving die constant verandert? Hoe doen we dit met een diversiteit aan mensen? Kan dat als de organisatiestructuur het belangrijkste referentiepunt blijft? De actuele ontwikkelingen maken dat er een nieuw handelingsrepertoire nodig is voor beslissingen en de interacties tussen mensen in de organisatie, of je team nu een manager heeft of niet. Want gestuurd wordt er toch.

 

Reductie van onzekerheid?

We organiseren ons om bepaalde doelen te bereiken. Winst, een product of bijvoorbeeld het leveren van zorg. Organisaties leveren zo een bepaalde waarde. Tegelijkertijd is organiseren in de kern, als het er op aan komt, het reduceren van onzekerheid (natuurlijk, organisaties hebben ook mooie doelen en mooie producten, maar verwar dat niet met waar de organisatiestructuur zelf er voor is). Je spreekt met elkaar af zaken op een bepaalde manier te organiseren, in de veronderstelling dat dat morgen ook weer ongeveer zo gaat. Dat is handig en heeft ook vaak zijn voordelen.

Het geeft bijvoorbeeld ook de zekerheid dat er niet ineens iemand anders is die de baas wil gaan spelen. Kortom, de status-quo is van groot belang. Organisaties en mensen verzinnen ook weer veel regeltjes, om grip te krijgen op de ambigue werkelijkheid. Veel van de regel- en werkdruk komt vanuit onze eigen organisaties. Niet alleen maar vanuit de buitenwereld. Is het mogelijk de toenemende onzekerheid en complexiteit te vangen in nieuwe regels en kaders?

Als leidinggevende voel je je al snel verantwoordelijk voor wat er in de organisatie gebeurt. En zo wordt er ook vaak naar je gekeken.

Dus begrijp ik ook goed dat je daarop wilt sturen. Echter, interactiepatronen tussen medewerkers (en zeker met de rest van de wereld) laten zich niet beheersen. Managers en leiders hebben alleen indirecte invloed. Maar daarvoor moeten we ons wereldbeeld van de organisatie als logisch te sturen systeem wel loslaten. Met alle onzekerheid van dien. En dat is lastig.

Vooral omdat je dan als manager, projectleider of bestuurder realiseert dat je zelf altijd onderdeel uitmaakt, dus onderdeel bent, van een of meerdere processen in de organisatie!

 

ps1. Arend Ardon wijst er op dat ons gedrag helaas niet altijd zo bewust is… Ook dat van de manager. Doorbreek die cirkel! Hier vind je de samenvatting van zijn proefschrift.

ps2. In stap 4 van het leertraject gaan we met elkaar in op welke werkvormen en nieuwe spelregels naar boven komen en op welke wijze jij effectief met deze veranderingen om kan gaan, terwijl je jezelf ook nog eens realiseert dat je zelf onderdeel bent van de verandering waar je voor staat…

ps3. In een volgend blog zal ik ingaan op hoe zo’n open werkcultuur kan ontstaan.

Verbinden

Wat valt er nog te zeggen over het nut van verbinden? Nou, simpelweg is mijn stelling: Alleen redden we het niet in deze wereld. En zo zijn we dan de hele dag in allerlei netwerken verbonden met elkaar. Ondertussen zoveel en zo vaak dat we cruciale boodschappen missen. Vervolgens baseren we daarop keuzes die we achteraf bekeken niet zouden nemen.

Er is een hele industrie opgebouwd om al onze communicatie te bewaren en te analyseren maar, zo is mijn indruk, het is gewoon teveel, ondoenlijk. Onbegrijpelijk dat hier zoveel geld in omgaat. In de jaren tachtig ging het om het managen van de menselijk maat. Geen gekke slogan.

Communicatief gezien zijn we die verloren. Als ik niet snel genoeg reageer op een mail volgt een telefoontje of ik de mail al heb gelezen. Geduld en zorgvuldigheid zijn ondergeschikt geworden aan veel en snel. We bevinden ons communicatief op slopershoogte. Tot verbinding leidt het nog net. Verdiepen van de verbinding is nauwelijks aan de orde.

Het roer moet om op alle vlakken dus ook in organisaties en tussen organisaties.

Goeroes maken het qua taal soms knap ingewikkeld. Houd het simpel zou ik zeggen.

Gewoon met de juiste persoon, op de juiste plaats, op het juiste moment aan tafel!

En dat vraagt al wel genoeg denkwerk vooraf over de vraag wie is de juiste persoon, de juiste plaats, het juiste moment.

En waarover gaan we het dan hebben?!

 

ps. in stap 3 van ons traject wordt het echt zo concreet als ik hier aangeef: waar loopt jouw agenda van over en hoe ontstaat er ruimte voor de zaken die echt nodig zijn? Lees hier meer over ons aanbod.

Veranderen en organiseren, de valkuil van de status quo.

Veranderen en organiseren hebben een wat moeizame relatie. Een groot valkuil bij verandering is dat we de (nieuwe) structuur opnieuw dominant maken, in een nieuwe ‘status-quo’. En veel energie steken in hoe we hier iedereen in mee krijgen om het weer ‘georganiseerd’ te krijgen… Vaak is het het management dat de eerste stappen zet in de richting van de verandering en zich het nieuwe jargon en gedachtegoed helemaal eigen maakt.

Ik hoorde, niet zo lang geleden, een aantal managers trots aangeven dat men zelf de verandering IS. Alleen, zo gaf men aan, moest men misschien wel afscheid gaan nemen van een aantal collega’s, die nog niet zo snel meekwamen. Hier zie ik twee witte vlekken die tegelijkertijd het zicht belemmeren op wat er werkelijk nodig is: de vernieuwing is eigendom van ‘vernieuwers’ en er ontstaat al weer snel een nieuw ‘kader’: als het even wat lastig wordt, dan grijpen we vaak ouderwets weer naar strakke kaders, die we gebruiken om de nieuwe dominante cultuur te realiseren.

Of bijvoorbeeld ten aanzien van het ziekteverzuim, zeker als dat ineens uit de klauwen loopt, zijn we ineens niet meer zo zelfsturend, maar ontstaat er een strak kader. Dus, om de complexiteit die op ons afkomt organiseren we ons in minder hiërarchische structuren, meer organisch. Maar als het even wat lastig wordt, dan trekken we weer aan de touwtjes en trekken we het, als manager, weer naar ons toe. Hoe vinden we hier een uitweg uit?

Reductie van onzekerheid?

We organiseren ons om bepaalde doelen te bereiken. Winst, een product of bijvoorbeeld het leveren van zorg. Organisaties leveren zo een bepaalde waarde. Tegelijkertijd is organiseren in de kern, als het er op aan komt, het reduceren van onzekerheid (natuurlijk, organisaties hebben ook mooie doelen en mooie producten, maar verwar dat niet met waar de organisatiestructuur zelf er voor is). Je spreekt met elkaar af zaken op een bepaalde manier te organiseren, in de veronderstelling dat dat morgen ook weer ongeveer zo gaat. Dat is handig en heeft ook vaak zijn voordelen (in die zin is de reflex van de managers waar ik over schreef ook weer niet zo vreemd).

Het geeft bijvoorbeeld ook de zekerheid dat er niet ineens iemand anders is die de baas wil gaan spelen. Kortom, de status-quo is van groot belang. Organisaties en mensen verzinnen ook weer nieuwe regeltjes, om grip te krijgen op de ambigue werkelijkheid. Veel van de regeldruk komt daarom vanuit onze eigen organisaties. Niet alleen maar vanuit de buitenwereld. Is het mogelijk de toenemende onzekerheid en complexiteit te vangen in nieuwe regels en kaders?

Een structuur met ruimte voor onzekerheid?

Wellicht is een van de belangrijkste vraagstukken in organisatieland deze dagen wel hoe tot een open werkcultuur te komen, waarbij het systeem juist niet meer het belangrijkste referentiepunt is. Kijk, nieuwe teams en structuren zijn makkelijk te realiseren of weer af te schaffen. De ene organisatie creëert nieuwe kleine teams, de andere ‘verandert’ managers in coaches of ‘snijdt’ heel stoer hele managementlagen eruit, en een volgende introduceert juist weer teamleiders.

Maar wat ga je vervolgens als manager of coach doen en hoe?! Waar was de organisatie ook al weer voor bedoeld? Hoe verhoud je je tot een veranderende opdracht, een omgeving die constant verandert? Hoe doe je dit met een grote diversiteit aan mensen? Kan dat als de organisatiestructuur het belangrijkste referentiepunt blijft? De actuele ontwikkelingen maken dat er een nieuw handelingsrepertoire nodig is voor beslissingen en de interacties tussen mensen in de organisatie, of je team nu een manager heeft of niet. Want gestuurd wordt er toch.

 

Vanaf 20 januari gaan we aan de slag met hoe jij dit kan doen in jouw organisatie. In de veranderserie van PLAN5 werken we aan een nieuw handelingsrepertoire voor jou, in jouw organisatie. 

 

Innoveren; mens of systeem?

‘De mens staat centraal’, zeggen we tegenwoordig vaak, ook als we het eigenlijk niet echt menen of weten hoe dat moet. Zeker als het er op aan komt, wordt het lastig. Ook ik twijfel daar wel eens over. Staat nu de mens, of wat we willen bereiken centraal?

Meer zelf doen


De professional mag zichzelf sturen. De burger krijgt weer meer regie. Is dat omdat we de mens weer centraal stellen, of omdat we bepaalde doelstellingen voor ogen hebben? Of beide? En zijn het dus belangen die met elkaar strijden, en komen we in die ‘strijd’ uiteindelijk ergens in het midden uit? Een beetje mens en een beetje beleid?!

Interactie

Ik sprak een tijd terug Rudy Snippe. Hij vertelde dat eigenlijk niet de mensen, maar de relaties tussen die mensen de cultuur bepalen. Het zijn de interacties tussen mensen (communicatie) die bepalen ‘hoe wij de dingen doen’. In een team, in een organisatie, in een land. En zo ontstaan er organisatie-eenheden die een eigen cultuur hebben.

Ik ben naar aanleiding van het gesprek Luhmann’s theorie van sociale systemen er nog maar weer eens op gaan nalezen. Hij stelt: onze samenleving bestaat eigenlijk niet uit de ‘som’ van de individuele mensen (de ‘poppetjes’), maar uit hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze communiceren. Ja, er zijn mensen, dat valt niet te ontkennen. En ja, ieder mens is uniek. Maar een samenleving, of een organisatieonderdeel, dat is iets anders.

Verandermanagement; de mensen of het systeem?

We ontlenen betekenis aan het systeem. Want onze context vormt ons en geeft ons identiteit. We ‘vechten’ er voor om dat overeind te houden.
 Natuurlijk er is individuele actie, gedrag. De vraag is echter of dat nu het eerste aangrijpingspunt is voor verandering. Vaak is het zo dat we bij veranderingen ander ‘gedrag’ bij de ander willen zien. Er moeten immers nieuwe vaardigheden geleerd worden!

Onze omgeving verandert, de missie van de organisatie verandert, dus moeten wij innoveren. Veranderen. En taal is hier heel belangrijk: dat ‘wij’ uit de vorige zin zou wel eens onze context, ‘hoe we de dingen doen’ kunnen zijn, en niet zozeer die individuele mensen los van elkaar. Het is even een denkslag.

Het draait dus om de interacties tussen mensen en wat daar uit voortkomt. Op alle niveaus. Voor die interacties, daar zijn we, ieder voor zich, zelf verantwoordelijk. Soms is het onze positie of functie waarmee we volledig geïdentificeerd raken. En dat helpt de interactie niet. Althans, niet verder.

En dan ontstaat er niet veel nieuws. Sta jij ook voor deze sociale innovatie? Wil je hier een nieuwe rol in vinden? Hoe doen we dat dan samen? En heb je behoefte aan wat complexiteitsreductie hierin?! Meld je dan aan voor onze veranderserie die start op 20 januari 2017. Hier vind je meer informatie: http://www.plan5.org/ons-aanbod/

HOLACRACY: EEN ALTERNATIEF VOOR HIËRARCHIE?

Vandaag was er ruimte voor nieuwe inspiratie: ik ging naar een workshop in Amsterdam,  over Holacracy, met deelnemers uit de hele wereld (zover als Japan) die ingevlogen waren om erbij te kunnen zijn. De workshop werd gegeven door mr. Holocracy himself, Brian Robertson.
En? Is het een alternatief voor hiërarchie?

Nou, daar lijkt het wel op. Als metafoor kan je Holacracy vergelijken met het overstappen op een nieuw besturingssysteem van je computer, zoals bijvoorbeeld van Windows naar Apple of Linux. De onderliggende structuur van besluitvorming en zeggenschap verandert. Wat is het dan? Holocracy werkt met rollen:

Iedereen in de organisatie vervult één of meerdere rollen. De rollen werken weer samen in een cel. Van elke rol is duidelijk wat het doel is en wat de verantwoordelijkheden zijn die daarbij horen. Alles wat nodig is om het doel van je rol te bereiken, daar heb je de verantwoordelijkheden voor om dat te doen. Tenzij dat iets vraagt van een andere rol. Vergelijk met het wonen in een straat. Je kan je huis inrichten zoals je zelf wilt, niemand anders dan jij gaat daar over, al kunnen anderen natuurlijk je wel suggesties doen. Voor je echter in de auto van de buurman stapt, vraag je even aan je buurman of dat oké is. Klinkt logisch en dat is het ook.

Read more

IMG_5521 gif

Plaats bepalen

Er zijn twee momenten in mijn leven waarin ik geconfronteerd ben mijn lengte. Die is vanaf mijn geboorte niet groot en dat is altijd zo gebleven. Dat heeft dus niets te maken met talent maar met genen en daar heb je het maar me te doen. toch? Zo stond ik onvermijdelijk in de rij van klein naar groot bij de gymles als laatste en als kleinste opgesteld. Ik zal hier niet ingaan op het meest frustrerende moment wanneer de basketbal of volleybalploeg werd gekozen. Was ik niet de uitverkorene die mocht kiezen dan stond ik tragisch treurig op mijn plek te wachten. Je begrijpt dat mijn verdere loopbaan is gekleurd door het zoeken naar mogelijkheden en middelen om de uitverkorene te kunnen zijn. (juf mogen de kleinste eens al eerste?)

Het tweede moment is wanneer ik als 45 jarige bedenk dat als ik mijn motorrijbewijs nu niet haal ik een kans ga missen. Ik stap op een Honda 500 en kan net, maar dan ook net,met mijn tenen bij de grond. Rijdend no problemos. Maar stoppen is tot op de dag van vandaag vooraf goed kijken en beoordelen waar en wanneer ik stop en mijn voet aan de grond zet. Ik anticipeer op alles, ik observeer de hele weg voortdurend zodat niets aan het toeval is overgelaten. Immers ik donder anders gewoon om. Zo zijn er in Nederland onnoemelijk veel schuine hellingen die het uiterste van mijn creativiteit vragen. Ik verzin oplossingen die mijn motormaten voor lief nemen wanneer ik hen maar goed uitleg waarom ik niet stop en keer daar waar zij hem met het grootste gemak maar even doorrijd naar een rotonde daar draai en terugrijd. In het begin kreeg ik goede raad van ervaren rijders maar daar kon ik niets mee er was er geen een 159 cm groot.
Plaats bepalen doe je dus zelf, jij beoordeelt je talent, je kennis en kunde en je eigen onmogelijkheden en vervolgens bepaal jij de plaats.
Wel handig als je daarover met anderen spreekt waarom juist die plaats zo bij je past.

Corine